26 VRAAG: Wat gebeurt er na de dood met een persoon die een atheïst was?

ANTWOORD: Er zijn sferen voor elke mogelijkheid. U weet heel goed dat het er niet zozeer om gaat in welke religie u gelooft, maar of u al dan niet het beste vervult dat van u kan worden verwacht in uw incarnatie. Als mensen atheïsten zijn, zullen ze worden beoordeeld op basis van hun prestaties; hetzelfde geldt natuurlijk voor iedereen.

Deze prestaties worden individueel gemeten op basis van iemands eerdere incarnaties, verdiensten, weglatingen, enzovoort. Mensen waren misschien atheïsten en hebben toch iets bereikt; misschien hebben ze een bepaalde zwakte of een haat tegen iemand die hun laatste incarnatie deelt, overwonnen, en dit telt in hun voordeel.

Dus die mensen zullen zich in de sfeer bevinden die van hen is, die ze hebben opgebouwd met hun gevoelens, met hun gedachten en met hun algemene en bijzondere houding. U bent geneigd te vergeten, mijn vrienden, dat de sferen daar niet zijn en dat u er niet in wordt gestopt. De bollen zijn je eigen creaties. Je bouwt ze, en wat je ook hebt gebouwd, het is je sfeer, je tijdelijke thuis.

VRAAG: Ik heb altijd gedacht dat atheïsten in duisternis bleven omdat ze gescheiden waren van goddelijk licht?

ANTWOORD: Ja, dit is in de meeste gevallen zo. Maar ook hier kan men niet generaliseren. Er kan een geval zijn waarin een atheïst niet in duisternis verkeert. Hij of zij zal zeker niet in een sfeer van gelukzaligheid, schoonheid en goddelijke harmonie kunnen leven, maar ze hoeven ook niet in erbarmelijke ellende te leven.

Het hangt van zoveel overwegingen af, mijn vrienden, want het oordeel of de evaluatie van een bepaald geval is geheel relatief. Wezens die nog erg onontwikkeld zijn, hebben veel minder van hen verwacht. Laten we bijvoorbeeld zielen nemen die nog erg jong zijn, die maar een paar incarnaties hebben gehad. Hun instincten zijn nog steeds laag en grof.

Zulke mensen kunnen in de verleiding komen om aan deze instincten toe te geven en misschien iemand te doden. Als deze verleiding kan worden overwonnen - ook al geloven zulke mensen niet in God, maar hebben ze slechts enig gevoel voor fatsoen - zal hun ziel grote verdienste hebben verdiend. Dit kan meer in hun voordeel zijn en van oneindig veel grotere verdiensten zijn dan wat mensen met een hogere ontwikkeling verwerven.

Wat telt, is de inspanning om het lagere zelf te overwinnen. Of het lagere zelf nog steeds zulke duistere trends vertoont in een jongere geest, of dat het lagere zelf gewoon de fouten, zwakheden en zieke stromingen bevat die een van jullie bezit, doet er niet toe. De inspanning telt.

Daarom zullen atheïstische zielen zoals degene die ik hier noemde wat licht in hun sfeer hebben, een lichtpuntje dat openlijke aanmoediging betekent of een bepaalde kracht die in hun volgende incarnaties naar hen toe zal stromen. In de geestenwereld is evaluatie nooit algemeen. Het is altijd strikt persoonlijk en er wordt over alle persoonlijke overwegingen beoordeeld.

Er wordt met alles rekening gehouden en daarom is het oordeel altijd volkomen eerlijk. Voor mensen is dit moeilijk voor te stellen, omdat je zo vaak geneigd bent om te simplificeren en te generaliseren.

Volgende les